April 2022: De Ateliersessies #2

Sinds ik werkzaam ben als Beeldend Kunstenaar, merk ik hoe snel ik mij afzonder van de buitenwereld en helemaal opga in mijn werk. Dit brengt niet alleen nieuwe kunstwerken, maar helaas ook blokkades, onzekerheid en chaos. En ik ben niet de enige.

Om meer grip te krijgen op het werkveld en mijn collega’s meer op te zoeken, organiseer ik sinds februari 2022 De Ateliersessies. Deze sessies bestaan uit circa 14 collega kunstenaars die door het land verspreid wonen en werken. Elke maand komen we samen om een atelierbezoek te doen bij één van de deelnemers en de omgeving te verkennen. Zo bezoeken wij o.a. exposities en plaatselijke kunst initiatieven.

Een kleine drie weken voor de tweede ateliersessie sprak ik met Daniel Arthuus aan de telefoon. Wij kenden elkaar nog niet, maar het was meteen een fijn en enthousiast gesprek. Hij wilde graag zijn atelierpand en recente werken aan ons laten zien. Later die dag zouden we naar de binnenstad van Dordrecht gaan om Tinimini room, een initiatief van kunstenaar Ralf Kokke, te bezoeken en binnenwandelen bij tentoonstellingsplaatsen Pictura en de Kunstkerk. Allen op loopafstand van elkaar.

Het is een bewolkte, maar warme dag wanneer mijn trein aankomt in Dordrecht. Na een kleine miscommunicatie met betrekking tot de opstapplaatsen met de auto, kwamen we uiteindelijk aan bij het bedrijventerrein waar Daniel met een aantal andere kunstenaars het atelierpand deelt. Hij had een lunch voorbereid en de deelnemers waren meteen onophoudelijk in gesprek met elkaar. We wisselden gedachtes uit en bekeken het werk van Daniel. Hij vertelde ons over zijn fascinatie voor rituelen. Voornamelijk religieuze handelingen waarin de mens een nietige plaats inneemt en iets hogers dan zichzelf aanbidt. Dit uit zich vaak door ergens op te stappen of tegenop te kijken. Deze handelingen roept hij op door werk te maken met met het medium fotografie en materialen, zoals: hooi, beton, marmer en bladgoud.

Na het ateliergesprek en een rondleiding door het atelierpand, ontmoetten we Ralf in Tinimini Room. Hij vertelde ons kort over zijn initiatief en liep vervolgens met ons mee naar Pictura waar een grote groepstentoonstelling rondom klimaat te zien was. Uiteindelijk als laatste stop kwamen we in de Kunstkerk, waar de expositie Niet meer Normaal van Anouk Kruithof te zien was. Daar maakten we kennis met een enthousiaste ondernemer van de net geopende Kunstkerk.

Maart 2022: De Ateliersessies #1

Sinds ik werkzaam ben als Beeldend Kunstenaar, merk ik hoe snel ik mij afzonder van de buitenwereld en helemaal opga in mijn werk. Dit brengt niet alleen nieuwe kunstwerken, maar helaas ook blokkades, onzekerheid en chaos. En ik ben niet de enige.

Om meer grip te krijgen op het werkveld en mijn collega’s meer op te zoeken, organiseer ik sinds februari 2022 De Ateliersessies. Deze sessies bestaan uit circa 14 collega kunstenaars die door het land verspreid wonen en werken. Elke maand komen we samen om een atelierbezoek te doen bij één van de deelnemers en de omgeving te verkennen. Zo bezoeken wij o.a. exposities en plaatselijke kunst initiatieven.

In de eerste ateliersessie nodigde ik de 14 deelnemende kunstenaars uit op mijn atelier voor een kennismaking en een ateliergesprek over mijn recente werk. Later op de dag zouden we naar de Willem Twee Kunstruimte en De Melkfabriek gaan. Twee van de deelnemende kunstenaars hadden daar namelijk een solo tentoonstelling lopen.

De dag begon vroeg voor mij. Ik was erg enthousiast en nieuwsgierig en merkte dat iedereen er zin in had. De meeste deelnemers kwamen te vroeg! In mijn zonnige atelier, met een kop koffie of thee, introduceerden wij kort onze praktijken. Brachten elkaar op de hoogte van persoonlijke plannen en ervaringen in de kunstsector.

Deze eerste bijeenkomst was uiteraard nog een beetje onwennig, want dit concept was voor iedereen nieuw. Maar toen ik goed luisterde naar wat mijn mede-collega’s elkaar allemaal te vertellen hadden, kreeg ik een sterk gevoel van verbondenheid. Deze kunstenaars spraken met elkaar alsof ze elkaar al heel lang kenden, maar een tijd lang niet hadden gezien en een inhaalslag moesten maken: bijpraten over tentoonstellingen en nieuwe uitdagingen, maar ook baantjes. We zitten allemaal op een totaal andere manier, in hetzelfde schuitje en dat schept meteen een band.

Kunstenaars op deze foto van links naar rechts: Emmy Zwagers, Sanne Bax, Josine Vissers, Suzanna van Oers, Thomas Dekker, Christina de Korte, Anna Gerrits

Na een kort ateliergesprek over mijn recente werk, bezochtten wij nog twee tentoonstellingen in Den Bosch. De solo presentatie Possessed van deelnemer Remy Neumann in de Willem Twee kunstruimte en de solo show Skylobby van Thomas Dekker in de Melkfabriek.

Remy kon er zelf helaas niet bij zijn, maar had wel uit eigen initiatief een video voor ons opgenomen waar hij een kleine rondleiding gaf door de tentoonstelling en een inkijkje gaf bij een nieuw experiment waar hij mee bezig was.

Thomas nam ons uitgebreid mee in zijn fascinatie voor ruimte en zijn persoonlijke ervaringen, die de basis is voor zijn getoonde werken in de Melkfabriek. Hij stelde zich kwetsbaar op door vragen te stellen en daarmee feedback te krijgen van zijn medecollega’s.

De toewijding, het enthousiasme en de tijd die de deelnemers investeren in mijn project gaf mij een warm gevoel. We zijn met zijn allen iets wezenlijks op het spoor. In een tijd waar het individualisme hoogtij viert, moeten wij elkaar juist blijven opzoeken en samenkomen om onze bevindingen te delen en elkaar te helpen. Ik ben heel erg benieuwd hoe dit project verder vorm gaat krijgen. In april gaan we namelijk naar Dordrecht, waar Daniël Arthuus ons meeneemt in zijn atelierstudie.

Van Gogh AIR: over Binnen, over Buiten en over eigen ruimte scheppen

“Het is eind augustus 2020 wanneer ik voor het schilderij Caféterras Bij Nacht sta. Het is de eerste keer dat ik het Kröller-Müller Museum bezoek en de vaste collectie van Vincent Van Gogh betreed. Ik voel mij vereerd, dat ik zoveel van zijn werk voor de eerste keer mag zien. Het is alsof ik nu echt kennis maak met zijn werk en scherp kan kijken naar hoe zijn schilderijen in elkaar zitten. Ik mag er opnieuw achter komen hoe hij speelt met kleuren waardoor er een interessante spanning ontstaat. De smeuïge kwaststreken, bijna spiritueel. Tegelijk zo verfijnd en scherp geobserveerd. Caféterras Bij Nacht toont mij een scène die, vastgezet in olieverf, nog steeds beweegt over het doek. Zijn schilderkunst leeft! En dat is de reden waarom ik jullie schrijf.”

Bovenstaande tekst was onderdeel van mijn aanvraag die ik op 14 september 2020 stuurde naar Van Gogh AIR. Ik werd geselecteerd en in oktober 2021 mocht ik een maand lang wonen en werken in de kosterswoning in Zundert. Ik vond het heel spannend om een maand lang van huis te zijn, met een nieuwe omgeving, in een dorp die mij nog totaal onbekend was.

Van Binnen naar Buiten

Toen ik eenmaal in de kosterswoning en atelier was geïnstalleerd, ging ik veel buiten lopen. Ik vond het geweldig om de herfst van zo dichtbij mee te maken. De bladeren kleurden langzaam donkerrood – bijna pruimkleurig – of vielen als krokante, bruine bladeren uit de bomen. 

De zon wisselde bijna schematisch zijn zonnestralen in voor donkere wolken en veel regen die als vele dikke draden uit de hemel kwamen. De aarde kreeg zo een wollige, mossige geur. En met als kers op de taart een bliksemstorm. Kort, maar zeer welkom wat mij betreft. Het is een van mijn favoriete weersomstandigheden. De wereld lijkt heel even zijn adem in te houden. Alles is stil.

Zo ontstonden werken als: De Herfstzon, Regenstrepen en Stapelwolken, geïnspireerd op wat ik buiten vond en benoemde.

Van Buiten naar Binnen

Op mijn wandelingen verzamelde ik kastanjes en bladeren die allen een plekje kregen in het atelier. Binnen de antroposofie staat de herfst voor het moment om van buiten weer naar binnen te keren, dicht bij jezelf te komen, voordat het winter wordt en je bijna helemaal niet buiten komt. Ook ik was graag binnen te vinden. Binnen mijn eigen kunstpraktijk komt mijn werk voornamelijk van binnenuit, een eigen belevingswereld waar flarden van herinneringen en mythologie samenkomen. 

Ik keek aandachtig naar Van Gogh’s schilderijen, las soms zijn brieven en liet mij inspireren door één van zijn grote inspiratiebronnen: de Japanse prenten.  

Ik werd op sommige momenten ook een beetje overvallen door het zoeken naar een duidelijke connectie met Van Gogh. Hoe hij zich heeft laten inspireren door Japanse houtsneden, een inspiratie die als vanzelfsprekend door zijn latere werk vloeit, maakte mij onzeker over hoe hij als inspiratie door mijn werk zou moeten vloeien. 

Ik ging nog beter kijken en liet mijn verwondering de vrije loop. Zijn figuratieve onderwerpen zoals zonnebloemen, kraaien en zijn bekende sterrenhemel, vonden langzaam een plek binnen mijn eigen symbolische beeldtaal. Zo liet ik mij inspireren door wat hij ooit heeft gezien en geschilderd, maar werden het wel echt werken van mijn eigen hand.

De Ruimte verkleinen

Ik weet niet eens meer wat voor dag het was dat ik mijn materialenkist ondersteboven hield. Het materiaal wat daaruit kwam is dankzij een aantal toevalligheden in mijn bezit gekomen, nog voor ik naar Zundert kwam: de keuze om een bekende discountwinkel binnen te lopen, recht naar de hobby-afdeling, mijn oog te laten vallen op een pak raar uitziende klei in verschillende kleuren. Ik concludeerde dat ik dit mee mocht nemen onder het mom ‘waarom niet’: het kost bijna niks en wie weet zou ik er iets mee kunnen.

Deze zelfde houding zorgde ervoor dat dit pak, dat ik met een boogje in mijn materiaalbak gooide, tijdens de werkperiode tevoorschijn kwam tussen de spijkers en de gesso. 

Mijn lakse houding tegenover deze polymeerklei maakte plaats voor een eureka-moment. 

Hier kon ik mee schilderen! Niet letterlijk zoals met kwast op doek, maar met een soortgelijke energieke toets kon ik de klei met mijn vingers verspreiden over paneel. Zo dicht was ik nog nooit bij een materiaal gekomen. De ruimte tussen mij en het werk, zoals ik dat vaak ervaar met een schilderij, was veel kleiner geworden. Waar altijd een kwast of penseel tussen mij en mijn materiaal zat, was nu mijn vingerafdruk de energieke toets die ik zocht in het werk van Vincent. Mijn schilderijen maakte in een heel snel tempo plaats voor een volgend experiment. Door nog meer polymeerklei aan te schaffen, kon mijn werk ook andere vormen aannemen. Weg uit het platte vlak. Het werden muurapplicaties. 

“Soms moet een tekening gewoon een tekening blijven en is het medium schilderkunst niet de oplossing. Ik dacht dat ik lekker zou schilderen in deze werkperiode, maar ik ben vooral bezig met de ruimte. Hoe ik deze kan vormgeven met een installatie. Daar wordt mijn creativiteit sneller door aangewakkerd…. Ik wil los van mijn bestaande schilderijen, via nieuwe materialen uitdrukking geven aan mijn ideeën.” - notitie van 18 oktober 2021

Ruimte vergroten

Ondanks de grote ruimte die het atelier mij bood, was ik heel erg opgelucht om te horen dat ik eerder in de Van Gogh Galerie terecht kon om aan mijn eindpresentatie te werken. Het atelier is ingericht als een werkplaats. Er is bijna geen plek te vinden om je werk zonder het ruis van het atelier op te hangen en het idee van ruimtelijkheid binnen het werk te onderzoeken. 

Ik schrok toen ik me bedacht dat dit hetzelfde was voor mij met mijn gedeelde atelier in Den Bosch. 

Waar ik mijn individuele ruimte in Den Bosch wegwuifde als een luxe die ik me niet kon permitteren, kwam ik er in Zundert achter hoe belangrijk een goed atelier was en vooral: dat ik zelf moet uitvogelen wat voor mij een goed functionerend atelier is.

De nieuwe stappen

Ik zie de tentoonstelling van de werkperiode bij Van Gogh AIR eerder als een aanzet dan als een afsluiting. Ik heb de maand als een heel korte tijdspanne beleefd, maar als ik erop terugkijk, heb ik heel veel nieuwe conclusies kunnen trekken om op door te werken in mijn eigen atelier. Werk maken, hoe spontaan het ook tot stand lijkt te komen, heeft veel tijd nodig. En die tijd mag ik in het vervolg ook nemen. Door tijd te nemen en te experimenteren met polymeerklei, kwam ik erachter dat niet alle ideeën in de vorm van een schilderij passen, maar moeten ontstaan binnen een medium dat ze schikt. Naast de polymeerklei en de eigenschappen die het heeft, zou ik willen uitzoeken of keramiek mij de mogelijkheden kan bieden om de fysieke ruimte meer naar mijn hand te zetten en zo onderdeel te maken van mijn belevingswereld. Hier wil ik in het vervolg verder onderzoek naar doen. 

Net zoals polymeerklei op mijn pad kwam als een nieuw te onderzoeken materiaal, kreeg ik een e-mail van onze atelier vereniging: er kwam een nieuw atelier vrij in ons pand. Een mogelijkheid om een nieuwe werkruimte te onderzoeken. Ik heb meteen gereageerd dat ik interesse had en tot mijn opluchting mocht ik de nieuwe werkplek gaan huren.

Ik weet nu dat het belangrijk is om mijn atelier zo goed mogelijk in te richten voor mijzelf en dat ik ruimte nodig heb om meer installatie gericht te werken. Zo kan ik met verschillende dingen schuiven en is er letterlijk ruimte om te fantaseren over de vorm van een werk. Ook zou ik meer buiten het platte vlak willen werken en ruimtelijker werk maken dat ook van de muur af komt of op zichzelf staat. Veel ideeën die ik had, pasten gewoonweg niet in een schilderij, waardoor het zonde zou zijn als ik die waardevolle ideeën gewoon zou wegwuiven.

Destination Unknown: Een uitdaging van spel en materiaal

Het was midden juni toen ik de eerste kennismaking had met de organisatie en de groep kunstenaars van Destination Unknown 2021. Ik kende de kunstenaars nog niet en ik merkte dat ik heel zenuwachtig was. We liepen rond in een leegstaand gebouw in Tegelen, waar het aan alle kanten lekte en de aanwezige tocht voelbaar was. Toch leken de mogelijkheden al eindeloos in de grootschalige ruimten en ik merkte dat ik moest gaan schakelen van schilderij naar ruimtelijkheid. 

Ik had mezelf aangemeld met de uitdaging om vanuit de ruimte een relatie aan te gaan met mijn werk. Ook koos ik ervoor om mijn thematiek nog niet vast te leggen, aangezien ik wilde onderzoeken of de ruimte aanleiding zou kunnen zijn voor een nieuw onderwerp. Ik wilde me losmaken van westerse verhalen en mythologie, die ik vaak in mijn werk als aanleiding gebruik.

Het gebouw had voor mij nog geen aanknopingspunten om mee aan de slag te gaan, totdat we de zolderruimte betraden. Daar, helemaal bovenin het gebouw, sprak de ruimte in herinneringen. Ik werd teruggeworpen naar mijn kindertijd, waar ik met mijn zusje op zolder speelden. Hier gaven we een wereld vorm die alleen van ons was en deden we spelletjes waarvan alleen wij de regels wisten. Later die maand leek deze connectie mij de perfecte aanleiding om vanuit te starten met het maken van nieuw werk.

In mijn atelier bedacht ik al een plan om op grote doeken te schilderen. Dit zou nieuw zijn voor mij, omdat ik over het algemeen op klein formaat schilder. Ik wilde deze grote doeken kris-kras door de ruimte ophangen, maar iets hield mij tegen. Ik vond dit niet radicaal genoeg. Ik wilde mijzelf op een andere manier uitdagen. Als ik nu een mooie ruimte tot mijn beschikking had, waarom zou ik die dan vullen met schilderingen die een andere wereld zouden tonen? Zo zou ik de ruimte alleen maar als presentatieruimte gebruiken voor nieuw werk. De motivatie voor mij was het integreren van schilderwerk dat de ruimte zou complimenteren, als een samenwerking met wat het gebouw te bieden had.  

Vervolgens begon ik speelse sculpturen te maken in de klassieke vormen van kinder bouwstenen. Het bouwen en afbreken als kinderlijk spel naast het bouwen en afbreken van gebouwen door volwassenen. Zoals de oude Sigarenfabriek in Tegelen ook gesloopt en verbouwd zou gaan worden. 

Voor mijn sculpturen gebruikte ik niet alleen verf om deze bonte kleuren te geven, maar ook speelgoedklei. Ik vond het erg interessant om een materiaal te gebruiken wat vooral wordt gebruikt door kinderen. Ook andere materialen, zoals stoepkrijt kwamen op in mijn hoofd. Dit bootste ik na door pure kleurpigmenten met (aquarium)zand te mengen. Hiermee maakte ik op de zolder van de oude sigarenfabriek in zandschilderingen op de vloer. Ik had vele ideeën om op de vloer te schilderen, maar de ‘regenboog’, de lauwerkranstakken, de zon, de maan en de sterren bleven als als onderwerpen hangen. 

Door deze afbeeldingen op de vloer te strooien met het zand en te combineren met de sculpturen, ontstond er een installatieve ‘speelzolder’. Deze oogde alsof het geleefd en beleefd worden door de tactiliteit van de gebruikte materialen en kleuren.

Voor mij is het spel met deze materialen een nieuwe stap in het proces van het maken van installaties. Waar ik eerder mijn schilderijen centraal stonden in een presentatie, nam ik hier de ruimte als aanleiding. Ik vertrok vanuit nieuwe materialen die mij de gelegenheid gaven om het schilderen op een andere manier te benaderen, zonder kwasten of verf. Er ging een hele nieuwe wereld voor mij open als het gaat om materiaalgebruik. In plaats van een belevingswereld te vangen in verf op het platte vlak, kan een andere materiaalkeuze de wereld veel tastbaarder maken. In plaats van te verlangen in dat schilderij te kunnen zijn, sta je letterlijk in de installatie en kun je de materialen bijna voelen of optillen. Het is geen illusie meer van ruimte, maar de ruimte bestaat echt.